ZELFPROMOTIE

Hoe kun je vertellen dat je heel goed bent en toch aardig blijven?

Roos Vonk*

In allerlei situaties kan het van belang zijn indruk te maken op anderen. Bij sollicitaties, acquisitiegesprekken, op een borrel, bij een date of gewoon zomaar: je wilt soms je kwaliteiten onder de aandacht brengen. Je moet dan aan zelfpromotie doen: jezelf verkopen.

Van alle vormen van strategisch sociaal gedrag is dat verreweg de moeilijkste. Het probleem is simpel: als je gewoon zegt dat je geweldig goed bent en al je capaciteiten en verdiensten opsomt, kan dat heel arrogant of opschepperig overkomen. En als mensen je eenmaal niet aardig vinden, is het buitengewoon moeilijk ze te imponeren, omdat alles wat je doet als zelfingenomen, pretentieus en kwallerig geïnterpreteerd wordt. De kunst is sympathie te winnen en tóch duidelijk te maken dat je goed bent. 

Mensen hebben daar allerlei oplossingen voor. Bekend is natuurlijk de aanbevelingsbrief: als iemand anders over jou zegt dat je geweldig bent, is dat geloofwaardiger dan als je het over jezelf zegt. Een variant is zelf zeggen dat anderen je heel goed vinden, of bluffen dat je kwaliteiten bij deze en gene geverifieerd kunnen worden. Dit blijkt beduidend overtuigender te zijn dan de verwijzing naar anderen weg laten, en het zorgt er in elk geval voor dat je minder irritant wordt gevonden.**

 

Succes claimen en bekend maken

Heb je succes geboekt, dan moet je niet zeggen (wat je stiekem wel dénkt) dat het allemaal aan jou te danken is. Evenmin werkt de zogenaamd bescheiden opmerking "Och, het stelde niets voor", waarmee je suggereert dat een bijzondere prestatie voor jou aan de orde van de dag is. Dat is blasé en niet sympathiek. In plaats daarvan moet je juist anderen publiekelijk bedanken; je zegt dat je dit niet had kunnen doen zonder je fantastische medewerkers, en daarbij verwijs je naar het veelvuldige overleg dat je met hen hebt gehad, je prijst ze om hun flexibiliteit op die momenten dat het nodig was dat jij even bijstuurde, en dat ze toch met je meegingen zelfs toen zij er niet meer in geloofden. Met dit soort opmerkingen vang je twee vliegen in één klap: je geeft krediet aan je collega's én je laat zien dat jij de drijvende kracht en het meesterbrein was.

Maar soms weten anderen helemaal niet dat je een succesje hebt geboekt, en hoe begin je daar dan over? Slim is eerst een vraag aan de ander stellen: "Hoe is het bij jou gegaan me probleem X? Goh, interessant, ik had vandaag ook een enorm probleem, gelukkig heel goed afgelopen" – en dan kun je los met je succes-story.

 

Zogenaamd enthousiast en spontaan

Een andere tactiek is doen alsof je heel spontaan je vreugde of verrassing wilt delen. Zo zag ik laatst dat iemand twitterde: “Wow!! Onze cursisten zijn superpositief!!!" Dat wordt wel wat vermoeiend: al die mensen die zogenaamd zo overjoyed zijn over hun succes dat ze het aan de hele wereld kwijt moeten. Ook bij andere emoties komt er steeds vaker een verdenking bij me op dat er wordt geveinsd, bijvoorbeeld verbazing: "Hoe ik dat toch voor elkaar heb gekregen: zomaar opeens die lastige klant tevreden gesteld, snap jij het?"

Dit is imponeergedrag van het type "Ik snap zelf ook niet waarom ik zo goed ben". Een variant is zogenaamd dankbaar de gelukkige omstandigheden prijzen: "Dankzij de eurocrisis (of de huizenmarkt, gekkekoeienziekte, verzin maar wat) sloeg mijn verhaal opeens in als een bom!" Heel bescheiden leg je de oorzaak bij de omstandigheden, maar ondertussen kun je toch maar mooi vertellen hoe je zegevierde.

 

Sociale media

Als variant op de aanbevelingsbrief kun je ook via sociale media aan anderen vragen om positieve dingen over je zeggen. Zelfs je Google-positie wordt beïnvloed door Twitter en Facebook. Heel menselijk neemt ook Google aan: als anderen met jou bezig zijn, betekent dat meer dan als jijzelf vertelt hoe belangrijk je bent. Toch ben ik bang dat dit ons van de regen in de drup helpt. Inmiddels zijn velen immers druk doende al hun vrienden en volgers te porren om hun aktiviteiten te liken en te delen of hun talenten op LinkedIn te bevestigen. Daarmee zet je relaties onder druk: zelf krijg ik in elk geval de kriebels van ‘vrienden’ die me vragen om hun dingen leuk te vinden, waar ik geen nee tegen kan zeggen uit vriendschappelijkheid. Zo kun je wel je scores opkrikken maar ook je vrienden kwijtraken. En dan ben je terug bij het dilemma waar ik mee begon.

Het voordeel van live interacties is dat je de effecten van je zelfpromotie op de ander meteen kunt zien, en jezelf kunt corrigeren als je te hard door de bocht bent gegaan. Intuïtief merk je dat, en dan kun je bijvoorbeeld even dimmen en juist de ander de hemel in prijzen. Daarmee pep je diens ego op, waardoor je krediet wint, en extra ruimte om jezelf te promoten.

Ondanks alle beschikbare trucs gaat het zelfs in live interacties nog vaak genoeg mis. Als mensen moe of dronken zijn bijvoorbeeld, want dan wordt hun behoefte aan erkenning niet meer gedempt door bescheidenheidsoverwegingen. Of als een ander hoog van de toren blaast, want zelfpromotie is besmettelijk. Mensen die een opschepper tegenover zich hebben, gaan automatisch terug-opscheppen. Dat hebben ze zelf niet in de gaten. Na afloop denken beiden: "Pfff, wat een vervelende blaaskaak was dat", en zijn ze blij dat zíj niet zo zijn.

 

* Dit is een vernieuwde en uitgebreide versie van een oudere column die is verschenen in: Roos Vonk, Ego’s en andere ongemakken. Scriptum, 2009.
** Zie: Met een beetje hulp van je vrienden, hoofdstuk 44 in Menselijke gebreken voor gevorderden. Scriptum, 2011.