Je kent het vast: als je onder druk word gezet, iemand wil iets van je, dan wil je júist de andere kant op. Dat voelt heel autonoom, maar ís het dat ook? Natuurlijk moet je je niet voor andermans karretje laten spannen of jezelf wegcijferen om een ander te plezieren. Maar wat we zelf willen en wat anderen willen is niet per definitie strijdig met elkaar. Als groepsdieren willen we van nature ook rekening houden met anderen. We willen ons verbonden voelen met anderen, de gevoelens van anderen ontzien, dingen doen die het collectief – onze groep of onze relatie – ten goede komen. Je aanpassen, een ander een plezier doen, je inzetten voor het gezamenlijk belang: dat kunnen allemaal volstrekt autonome, vrije daden zijn.
Maar soms zijn mensen zozeer gericht op wat anderen willen, dat ze zichzelf helemaal vergeten. Dan ga je ‘denken voor de ander’ en raak je jezelf kwijt. Dat kan zo ver gaan dat mensen geen idee meer hebben wat ze zelf willen. Ze moeten dus weer leren luisteren naar die stem van binnen, die ergens heel diep nog zachtjes fluistert. Deze mensen mogen desnoods best een beetje recalcitrant zijn als ze daarop gaan oefenen. Dat is nodig om je eigen wil te ‘ijken’.
Aan de andere kant: mensen die dwars zijn om hun onafhankelijkheid te beschermen of te demonstreren, zijn net zo onvrij als degenen die zich voortdurend aanpassen. Als je precies het tegenovergestelde doet van wat anderen willen, ben je immers nog steeds reactief. (In de psychologie heet dit dan ook reactance.) Zegt de ander A, dan zeg jij B, maar als die ander B zegt, moet jij weer A zeggen. Dat kun je zelf wel ervaren als vrij en autonoom (net zoals de zelfopofferaar kan denken ‘Ik vind het echt helemaal niet erg dit voor een ander te doen’), maar dat ís het niet.
Het is verschrikkelijk moeilijk dit onderscheid helder te zien en jezelf niet voor de gek te houden. Maar het helpt om te bedenken dat de belangen van anderen vaak ook je eigen belangen zijn. Met de kont tegen de krib en de hakken in het zand kun je de sfeer in een groep of in een relatie verpesten, en daar heb je uiteindelijk zelf ook weer last van.
Daarnaast kun je meer werkelijke keuzevrijheid en autonomie creëren, door bij jezelf te leren herkennen wanneer je je onder druk gezet voelt. Als dat gebeurt, kun je het benoemen of jezelf afvragen: wat zou ik doen als ik die druk niet voelde? Daarmee stap je uit de reactiviteit en kun je pro-actieve of zelfs creatieve keuzes maken.