Roos Vonk
Vorige week gebeurde het weer. Ik ontmoette de geliefde van een vriendin; de man naar wie zij hunkert en die haar niet ziet staan. En ik dacht: Wat is nou de big fuzz? Doodgewone man! Waar maakt ze zich druk om?
Niet dat ik zo’n ijskonijn ben. Omgekeerd is het natuurlijk ook voorgekomen dat ik hysterisch deed over een man waar mijn vriendinnen de grote attractie niet van in zagen. “Laat toch lekker lopen; plenty of fish…” afijn, je kent dat wel. Genoeg vissen in de zee, maar deze ene Big Fish vind ik nooit meer! Dat denk je dan. Kennelijk is het heel moeilijk een liefdesobject los te laten. Zelfs als het object toch overduidelijk onwillig is.
“Waarom gaan vrouwen altijd zo tegenstribbelen als je ze afwijst?” vroeg een vriend me laatst: “’Ja maar, je zei eerst dat je het wel gezellig vindt! Je moet het een kans geven!’ zeggen ze dan. Alsof ik dan opeens zeg: OK, goed punt, laten we dan toch maar doorgaan.” Hij heeft gelijk. Als iemand geen zin heeft, houdt alles op. Maar verliefde mensen hebben een bord voor hun kop. Ze houden vol, tegen beter weten in.
Eigenlijk is dit heel merkwaardig. Wat is nu het nut van verliefdheid als die niet wordt beantwoord? De biologische functie van verliefdheid is het samenbrengen van paren. Het stimuleert de aanmaak van ‘lekkere’ stoffen (zoals dopamine). Die zorgen ervoor dat je alsmaar bij die ander wilt zijn, dat je genoeg energie hebt om je flink uit te sloven, en dat je in enigszins benevelde toestand verkeert waardoor je minder oog hebt voor de gebreken van de ander. Allemaal heel nuttig als de band nog gesmeed moet worden. Als dat eenmaal gebeurd is en de onzekerheid verdwijnt, kunnen we weer tot rust komen en overgaan tot de orde van de dag. Dan komen de verliefdheidshormonen weer tot bedaren.
Maar waarom zou je zoveel energie stoppen in iemand die er geen zin in heeft? Waarom zou je niet lekker verliefd worden op een ander? Ik denk dat het zo zit: verliefdheidshormonen zijn erop gericht een band tot stand te brengen. Als dat niet lukt, blijven ze de boel opjutten net zo lang tot hun doel bereikt is. Dat is immers hun functie. Verliefdheid activeert in het brein dezelfde gebieden die betrokken zijn bij verslaving en ‘craving’ (hunkering, zucht naar) en leidt ook tot gedrag dat typerend is voor verslaafden: een vernauwde blik die sterk gericht is op het object van begeerte (afgewezen verliefden geven bijvoorbeeld aan dat ze minstens 85% van de tijd aan de geliefde denken), stemmingswisselingen, obsessie, verstoorde waarneming van de werkelijkheid, emotionele afhankelijkheid, risico-gedrag en verlies van zelfcontrole*. Dat de hunkering zo obsessief is, komt vermoedelijk doordat verliefdheid – net als drugsverslaving – in het brein is gekoppeld aan het overlevingssysteem**. Het voelt alsof je leven er vanaf hangt. Door de extra productie van dopamine krijg je daarbij wel een lekker gevoel en een hoop energie om het doel te bereiken. De hormonen worden nog een handje geholpen door al die irrationele gedachten die hopeloos verliefden bedenken om zichzelf hoop te geven (“Hij heeft het gewoon heel druk”; “hij loopt niet zo hard van stapel, hij heeft meer tijd nodig”).
Geholpen door het menselijk talent tot zelfbedrog en ‘wishful thinking’, hebben de hormonen van de ongelukkige verliefde vrij spel en blijven ze in de slopende veroveringsfase, want er komt alsmaar geen signaal dat de zaak beklonken is. Van dopamine is bovendien bekend dat je er méér van aanmaakt bij tegenslag, als extra inzet nodig is. Daarmee lijkt ontsnapping aan de gekte wel heel moeilijk. En zodoende blijven mensen vaak zo lang verliefd op de verkeerde, in plaats van hun aandacht te richten op iets waarbij ze veel meer nut en plezier zouden hebben van al die moeite.
Vandaar ook de uitspraak van Woody Allen: “De enige liefde die stand houdt is onbeantwoorde liefde”. Er is maar één oplossing: alle contact verbreken en afkicken van de verliefdheidshormonen. Cold turkey, net als bij elke andere verslaving.
Deze column is verschenen in: Liefde, lust en ellende. Roos Vonk, Maven Publishing 2016.
* Fisher, H.E., Brown, L.L., Aron, A., Strong, G. & Mashek, D. (2010). Reward, addiction, and emotional regulation systems associated with rejection in love. Journal of Neurophysiology,104, 51-60.
**Frascella, J., Potenza M.N., Brown L.L. & Childress A.R. (2010) Shared brain vulnerabilities open the way for nonsubstance addictions: carving addiction at a new joint? Annals of the NY Acacemy of Sciences, 1187, 294-315.