Roos Vonk
George heeft een afspraakje gehad met een vrouw. Hij zit te piekeren of hij het allemaal goed heeft gedaan en of zij hem wel leuk vindt.
‘Je moet haar bellen!’ vindt Elaine.
‘Nee, veel te vroeg,’ zegt George. ‘Ik heb gepland dat ik haar over twee dagen bel.’
‘Waarom nou? Ik vind het altijd leuk als een man meteen belt.’
‘Als ik haar nu bel vindt ze me te behoeftig.’
‘Ze zal alleen maar denken dat je haar leuk vindt!’
‘Dat probeer ik nou juist te vermijden!’
Pakt George het goed aan? De ‘hard-to-get’-strategie wordt vaak gepropageerd. Niet alleen aan de borrel- of theetafel, maar ook in populaire boeken zoals “The Rules”*, waar vrouwen kunnen lezen hoe ze een man aan de haak slaan die met hen trouwt, maar niet alleen dat; hoe ze ervoor kunnen zorgen dat hun man altijd aan hun voeten blijft liggen en met plezier mee gaat naar de shopping mall om nieuwe dekbedovertrekken te kopen. Om dit paradijs op aarde te bereiken, moeten vrouwen zich met harde hand houden aan regels als: hem nooit bellen na een afspraakje, een telefoongesprek altijd als eerste afronden, en altijd doen alsof ze het druk hebben als hij wil afspreken.
Toch is niet alles aantrekkelijk wat moeilijk te krijgen is. Een schorpioen als huisdier is in ons land moeilijk te krijgen, maar niet aantrekkelijk. Voor vrouwen is een relatie met Gordon moeilijk te krijgen, maar aantrekkelijk? Waar het om gaat, is dat dingen of personen die je toch al aantrekkelijk vond, extra aantrekkelijk worden als ze moeilijk te krijgen zijn. Als je van drop houdt en je komt in een land waar dat niet wordt verkocht, dan wordt drop extra begeerlijk. Als je iemand aantrekkelijk vindt en je bent onzeker of die jou wel leuk vindt, dan kan hij nog aantrekkelijker worden.
Onzekerheid creëren kan dus wel slim zijn – áls er al een bepaalde mate van attractie is. Maar wat je zeker níet moet doen is spelen dat je de ander niet erg leuk vindt, of dat je nog twijfelt omdat er een andere kandidaat is. In het algemeen is wederkerigheid van groot belang bij aantrekkingskracht. Iemand die met iederéén wil, is niet aantrekkelijk: die is te wanhopig. Maar iemand die niemand leuk vindt valt ook af, die is te moeilijk. Iemand die heel selectief alleen jóu leuk vindt: dat is wat je wilt. Maar mensen met een hoge en een lage zelfwaardering verschillen van elkaar.** Mensen met weinig zelfvertrouwen gaan risico’s uit de weg en vermijden contact met iemand die hen maar zo-zo vindt. Mensen met veel zelfvertrouwen houden van een uitdaging en zoeken dat contact juist op. Zij rekenen erop dat ze de afwijzer wel tot andere gedachten brengen.
Dat kan natuurlijk mislukken; dan leren ze een lesje in nederigheid. Maar als het werkt heeft het andere voordelen. Het idee is dat een afwijzende, kritische ander een hogere ‘marktwaarde’ heeft. Wanneer iemand als een rijpe appel in je schoot valt, speel je onder je eigen klassement. In de woorden van Groucho Marx: ‘I don’t want to belong to any club that would have me for a member.’ Iemand die kieskeuriger is, hoeft blijkbaar niet zo nodig, en dat geeft een hogere status op de relatiemarkt. Weet je die persoon te veroveren, dan vergroot je je opwaartse mobiliteit. Zo proberen mensen met een hoge zelfwaardering soms in feite om in de liefde hetzelfde te bereiken als overal: opklimmen.
Uiteindelijk is die ambitie en dat spel toch de liefde onwaardig, vind ik. Als je hard to get moet spelen om iemand voor je te winnen, dan heb je eigenlijk al verloren.
Deze column is verschenen in: Liefde, lust en ellende. Roos Vonk, Maven Publishing 2016.
* Fein & Schneider,1995, in Nederland vertaald als: De Regels: de beproefde manier om de man van je dromen te krijgen
** Rudich, Sedikides, & Gregg (2007). Self-esteem moderates preferences for accepting versus rejecting interaction partners. European Journal of Social Psychology, 37, 955-967.