Roos Vonk, Psychologie Magazine, april 2015
Mijn collega zat bij een overleg waar iemand een nieuwe visie introduceerde. Tot haar stomme verbazing hoorde ze een verhaal dat ze zelf ooit had bedacht en met hem had besproken. Toen hij was uitgesproken zei ze: “Ik hoor hier mijn visie die ik jou heb verteld. Je hebt X en Y overgenomen en alleen detail Z veranderd!” Hij trok verwonderd zijn wenkbrauwen op. “Hm, wat vreemd dat je dat zo ziet. Daar herken ik me niet in”.
Daar herken ik me niet in!! Daar is ie weer. Vertrouw op mij: altijd als mensen dit zeggen, is er iets mis. Voor het eerst hoorde ik het bij Ella Vogelaar, toen de PvdA-top haar na een afgang niet meer als minister wilde. “Bent u nu beschadigd?” vroeg een hijgerige journalist. Gretig legde hij uit waarom hij dacht van wel. “Ik herken me niet in dat beeld”, zei ze, “ik voel me helemaal niet beschadigd”.
Het meest recent – maar vast niet voor het laatst – hoorde ik het van de woordvoerder van Blokker, toen naar buiten kwam dat het noodlijdende winkelbedrijf personeel onder druk zet om ontslag te nemen en zelfs dreigt met demotie. De woordvoerder “herkende zich niet in dit beeld”.
Natuurlijk zijn er twee kanten aan ieder verhaal. Kan best zijn dat Vogelaar zich prima voelde al was evengoed haar reputatie beschadigd. Kan best zijn dat de wenkbrauwenoptrekker ten prooi was aan onbewust plagiaat: ideeën van anderen pikken zonder het zelf te beseffen. Dan denk je oprecht dat je het zelf hebt bedacht. Maar, zeg ik: als er zo’n discrepantie is tussen wat anderen zien en wat je zelf ziet, mag je wel wat nieuwsgieriger zijn hoe dat kan. Vraag je dan eens af hoe je gedrag eruit ziet door de bril van de ander. Die bril is namelijk veel scherper en helderder dan je eigen bril.
In een onderzoek* hiernaar kregen deelnemers in tweetallen een test voor sociale intelligentie. Ongeacht de werkelijke prestatie kreeg elke deelnemer na afloop een nep-score: de ene scoorde zogenaamd hoog, de ander laag. Daarna werd aan ieder individueel gevraagd hoe betrouwbaar ze de test vonden.
Je kent je pappenheimers, dus je voelt ‘m al aankomen: deelnemers met een lage score vonden de test een stuk minder betrouwbaar dan degenen met een hoge score; zij waren in hun nopjes en vonden de test juist reuze betrouwbaar. Desgevraagd meenden ze geen van allen dat hun oordeel over de test was beïnvloed door hun eigen score. Kom zeg, zo flauw waren ze niet! Maar die andere deelnemer, díé had natuurlijk wel naar zichzelf toe geredeneerd. Bedenk dat de oordelen over de test feitelijk werden gekleurd door de eigen score – dus de deelnemers hadden gelijk dat de ander aan zelfbedrog deed. Maar zij zelf ook, en dát hadden ze totaal niet in de gaten.
Dat betekent: altijd als je je niet herkent in het beeld dat een ander van je heeft, moet je ernstig rekening houden met de mogelijkheid dat de ander gelijk heeft. En jij niet.
* Pronin, E. & Kugler, M.B. (2007). Valuing thoughts, ignoring behavior: The introspection illusion as a source of the bias blind spot. Journal of Experimental Social Psychology, 43, 565-578.