APPLAUS

Het effect van publiek in de studio op televisie        

Roos Vonk

Mensen hebben de neiging elkaar automatisch na te doen. Dit is een oeroud mechanisme dat we delen met andere dieren. Vissen in een school zwemmen allemaal dezelfde kant op. Kippen gaan eten als ze andere kippen zien eten. Mensen gaan opeens rennen als er ergens paniek is en ze anderen zien rennen, of ze lopen gedachteloos naar de verkeerde uitgang van het station, achter iemand anders aan. Gaat er bij een vergadering iemand hoesten, of gapen, dan kun je er donder op zeggen dat het overslaat. Gapen, krabben en lachen horen tot de meest besmettelijke gedragingen.

Dit betekent het nogal wat uit kan maken of je iets samen met anderen meemaakt of alleen. Als mensen samen zijn, juichen ze harder bij een sportwedstrijd en lachen ze uitbundiger bij een grappige film dan als ze alleen zijn. Dat komt niet alleen doordat ze elkaars gedrag versterken, maar ook elkaars gevoelens en stemming. De emotionele reactie van anderen beïnvloedt dus ook je eigen emoties. Hebben de mensen om je heen plezier, dan zul je zelf ook vrolijker worden dan als ze de pest in hebben.

Dit verschijnsel van emotionele besmetting is een belangrijke reden voor het gebruik van de ‘lachband’ bij komische programma’s op tv. Het lachen van anderen zorgt ervoor dat de kijker onbewust wordt aangestoken en meer plezier heeft. In de negentiende eeuw hadden Franse theatermakers dit al in de gaten: zij huurden mensen in die enthousiast klapten bij de voorstelling, claque genoemd. Vandaag de dag heeft het publiek bij televisieprogramma’s dezelfde functie (‘klapvee’). Onderzoekers die video’s analyseerden van klappende zalen, ontdekten dat de hele zaal gaat klappen als een paar mensen beginnen, en ook weer verstomt als een paar mensen stoppen. Het applaus en het uitdoven daarvan verspreiden zich door de zaal als een virus. Naarmate het applaus meer volume heeft, lijken mensen dit ook te ervaren als een signaal om langer door te gaan met klappen. Zo kan een artiest met dezelfde voorstelling de ene avond veel meer applaus oogsten dan de andere.

Mensen zeggen weleens dat ze het gelach van anderen niet nodig hebben om te weten wat ze leuk vinden, of zelfs dat ze het irritant vinden. Onbewust zijn we echter toch veel meer groepsdieren dan we zelf beseffen. De afwezigheid van publiek bij televisie-programma’s sinds de coronacrisis, heeft vermoedelijk wel tot gevolg dat we netto iets minder lol hebben.